Sociale zekerheid

De 30-urenwerkweek voor een betere gezondheid

Intro: 

Tussen gezondheid en werktijd is er een lineair verband. In vergelijking met deeltijds werk (minder dan 35 uur per week) verhoogt voltijds werk (35-48 uur per week) de gezondheidsrisico’s met 20 tot 70%. Werkweken van meer dan 48 uur zorgen zelfs voor een verhoging van de gezondheidsrisico’s met 50 tot 100%.(67)

Paragrafen: 

Heb je amper huishoudelijke en zorgbeslommeringen rond je hoofd – zoals het vroeger in het kostwinnersmodel was – dan kan je als gemiddelde vrouwelijke werknemer een werkweek van 44,7 uren per week aan en als een gemiddelde mannelijke werknemer een werkweek van 47,2 uren, zonder dat je mentale gezondheid eronder lijdt (68).  Neem je de sociaal-economische ongelijkheden(69) tussen mannen en vrouwen mee in dit verhaal dan vergroot de genderkloof. Als gemiddelde vrouwelijke werknemer kan je dan een werkweek van 40,6 uren aan, als gemiddelde mannelijke werknemer eentje van 49,6 uren.

Een heel  ander verhaal wordt het als je werk, zorg en huishouden combineert. Besteed je 28 uren per week aan zorg en huishouden dan kan je als gemiddelde vrouwelijke werknemer een werkweek van 32,3 uren aan, als gemiddelde mannelijke werknemer eentje van 39,5 uren per week. Neem je wederom de sociaal-economische ongelijkheden tussen mannen en vrouwen mee dan vergroot de genderkloof. Als gemiddelde vrouwelijke werknemer kan je dan een werkweek van 31,3 uren aan, als gemiddelde mannelijke werknemer een van 42,3 uren.

De tendens om arbeidsmarkten en arbeidstijden te deregulariseren, neemt niet af. Vele landen verbieden werkweken van meer dan 48 uren en zorgen voor minimale dagelijkse en wekelijkse rustperiodes. Zo’n regelingen bieden ietwat bescherming maar voldoen niet voor zij die zorg, huishouden en werk combineren. Bij vele jobs horen immers arbeidstijden die nefast zijn voor de mentale gezondheid van vrouwen en elke volwassene die werk, huishouden en zorg combineert.  ‘Als we als samenleving hier geen rekening mee houden, verplichten we vrouwen te kiezen tussen vele uren werken waarbij ze hun mentale gezondheid op het spel zetten of minder uren werken en zo de sociaal-economische genderongelijkheid te vergroten’, besluit het onderzoek naar de relatie tussen arbeidstijd, gender en mentale gezondheid(68).

Ook in ons land zet de dereguleringstrend zich verder (zie Wet Peeters) ook al combineren vele werkenden hun baan met een flinke portie huishouden en zorg. Op www.tijdsonderzoek.be kan je de tijdsbesteding nagaan van verschillende groepen Vlamingen. Filter je op ‘voltijds werkende vrouwen met kinderen en partner voor de leeftijdscategorieën 25-64 jaar’, dan krijg je de volgende tijdsbesteding te zien:

  Huishouden Kinderzorg en hulp aan andere huisgenoten Betaald werk
25-39 jaar 16u 29min 9u 57min 31u 18min
40-54 jaar 19u 6min 1u 39min 33u 23min
55-64 jaar 23u 21min 4u 32u 35min

Op basis van bovenstaand onderzoek kunnen we stellen dat ook de arbeidstijdenregeling in ons land niet volstaat om werk, huishouden en zorg op een gezonde manier te combineren.

Gezondheidsbevorderend bleek In Zweden alvast de invoering van de dertigurenwerkweek in het rusthuis Svartedalen (Goteborg). Het ziekteverzuim daalde er tijdens het twee jaar durende onderzoek met 5%. Maar er is nog veel meer. De werknemers  gaven aan dat:

  • hun energiepeil met maar liefst 143% was gestegen;
  • ze meer positieve stress ervaarden: een stijging met 105%;
  • hun werktevredenheid fors was toegenomen, met 59%;
  • ze minder vermoeid waren: een verbetering met 51%;
  • ze meer fysiek actief waren: een verbetering met 24%;
  • hun algemene gezondheid verbeterd was: een stijging met 11%;
  • en ze minder last hadden van spieren en gewrichten (- 10%).

De kortere werkweek draagt duidelijk bij tot het realiseren van een ‘positieve gezondheid’, een visie op gezondheid die de jongste jaren opgang maakt. Ze is ontwikkeld door de Nederlandse onderzoeker Machteld Huber.  Gezondheid gaat niet alleen over de aan- of afwezigheid van ziekte. Gezondheid gaat over het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan en zoveel mogelijk eigen regie te voeren. Zes dimensies zijn hierbij belangrijk: het fysiek functioneren, het mentaal functioneren, zingeving, kwaliteit van leven, sociale participatie & het dagelijks functioneren.  In ons land koos CM ervoor om te gaan werken met het concept. Het vormde zich om van een ‘ziekenfonds’ tot een ‘gezondheidsfonds’ en richtte een ‘Stichting Positieve Gezondheid’ op.