Het is een maandagmiddag, iets voor twaalven. In het buurthuis van Sledderlo (Genk) zet coach Ghislaine vijf naaimachines klaar op de lange tafels. “We moeten ons beperken tot acht cursisten”, zegt ze.

We beginnen met eenvoudige dingen.

Tot voor kort hadden ze twee naaigroepen per week. Omwille van de kosten nu nog maar één. “Er is veel vraag, maar we kunnen er geen nieuwe mensen bijnemen. Wil je iedereen voldoende begeleiden, dan mag de groep niet te groot zijn.”

Deelneemsters mogen hier komen naaien wat zij willen. “We beginnen met eenvoudige dingen: een kleine herstelling van eigen kleding, een broek of rok inkorten... Als ik merk dat het vlot gaat, maken we bijvoorbeeld een rok met een elastiek in de taille. Ze leren met patronen werken en al doende bouwen we verder op.”

Döndü wil dat het vooruitgaat

De eerste die arriveert is Döndü. Ze vertelt trots aan Ghislaine dat ze thuis heeft verdergewerkt aan haar bloes. De stof heeft ze samen met haar man gehaald op de markt in Maastricht. “Daar halen de meeste vrouwen van hier hun stoffen”, weet Ghislaine. De vraag of haar man was meegegaan om te betalen, wuift Döndü lachend weg. “Ben je gek, dat kan ik zelf wel!” Döndü werkte tot voor kort als poetsvrouw. Ze is gestopt vanwege haar slechte rug.

Vandaag wil ze een blinde rits in de rug van de bloes zetten. Dat is een rits die niet zichtbaar is. “Niet eenvoudig”, zegt Ghislaine, “maar Döndü wil dat het vooruitgaat. Ze is niet altijd even zorgvuldig, maar ze is heel gedreven.” Ghislaine wijst haar de juiste machine aan. Eentje met een speciale naaivoet voor blinde ritsen.

Made with love

Er komen nog dames binnen. Ze begroeten elkaar opgetogen, blij dat het weer cursusdag is.

Gönül werkt aan een feestjurk voor haar 16-jarige dochter. Binnenkort is het trouwfeest van hun buurjongen. Voor zichzelf heeft Gönül al twee rokken gemaakt, die ze op het feest kan dragen. Maar dit knalrode jurkje voor haar 16-jarig dochter is bijzonder. De losse lapjes naast de machine van Gönül lijken nog niet veel voor te stellen, maar daar komt snel verandering in. Straks komt haar dochter langs om te passen.

Gönül en Döndü zitten naast elkaar, elk aan een machine. Ze tateren in het Turks en het Nederlands, terwijl ze naarstig hun machines bezigen.

Nimet waagt zich aan een moeilijker project: een stijlvolle winterjas met ‘pied de poule’-motief. Er zijn verschillende panden voor nodig, die elk afzonderlijk moeten platgestreken worden. Aynur werkt aan een jurk voor zichzelf, maar wil liever niet op de foto.

Iets maken voor je kind, maakt elke moeder fier.

Ondertussen is er ook een Marokkaanse mama gearriveerd: Sanâa. “Zij is de enige die nog is gebleven”, vertelt Nimet met een vriendschappelijke schouderklop. Vroeger hadden we meer Marokkaanse cursisten. Sanâa voelt zich goed in de groep. Ze legt haar werkstuk op tafel. Het is een blazer in camouflagestof. “Voor mijn dochter van zeven”, straalt ze. Alleen twee zakken moeten er nog op, dan is hij klaar. Ik bewonder wat ze me toont. Iets maken voor je kind, maakt elke moeder fier.

Bij het raam zit Hatiçe aan de machine. Ze is stiller dan de rest. Ook zij maakt iets in camouflagestof. “Dit wordt een korte broek voor mijn kleinzoon. Hij is vijf”, glimlacht ze schuchter. “Ik zie hem maar om de twee weken, hij blijft nooit logeren. Mijn zoon is gescheiden. De moeilijke relatie tussen zijn beide ouders valt de kleine jongen erg zwaar. Hij heeft veel stress en ook op school heeft hij het moeilijk.” Hatiçe zit erg over hem in. Ze zou willen dat haar jongste kleinkind meer begeleiding kreeg. “Kinderen hebben ook hulp nodig, dat wordt vaak vergeten”, zucht ze. Met deze korte legershort wil ze hem verrassen. Het zal een cadeau zijn dat ze met heel haar hart geeft, en waarmee ze hoopt een beetje zon in zijn leven te brengen.

Gönüls dochter is gekomen om te passen. De jurk zit haar als gegoten. Hoe mooi om te zien dat niet enkel Gönül trots is op haar, maar dat ook zij graag poseert met wat haar moeder eigenhandig creëert. Ze voelt zich mooi. Er zijn nog enkele details in de afwerking, die Ghislaine met Gönül overloopt.

Moeder en dochter zullen stralen op het feest, vol zelfvertrouwen en waardering.

Waar blijft de koffie?

Halfweg de middag komt er nog een Turkse vrouw binnen. Of ze ook naar de cursus mag komen? Helaas moet Ghislaine haar afwimpelen. “Vroeger liet ik iedereen erbij”, vertelt ze, “maar ik hield mezelf voor de gek. Je kan op den duur onmogelijk nog goed lesgeven, en dat gaat ten koste van iedereen.”

Ze grappen en lachen ‘sans gène’.

De ramen van het lokaal kijken uit op een prachtig speelpark tussen de bomen, net om de hoek staat een rijzige moskee. Daar werkt Gönül als vrijwillige gids. Ze wonen allemaal in deze groene buurt van Genk. Er wordt gelachen en gepraat van de ene kant van het cursuslokaal naar de andere. Is er nog geen koffie? Wie haalt hem? Ze grappen en lachen ‘sans gène’. Op dat moment komt er nog eentje bij. De buurvrouw met de koekjes! Zij komt iedere week haar vriendinnen verwennen en een babbeltje slaan. Hoog tijd om de koffie (die al is gezet) op tafel te brengen.

De ramen van het lokaal kijken uit op een prachtig speelpark tussen de bomen, net om de hoek staat een rijzige moskee. Daar werkt Gönül als vrijwillige gids. Ze wonen allemaal in deze groene buurt van Genk. Er wordt gelachen en gepraat van de ene kant van het cursuslokaal naar de andere. Is er nog geen koffie? Wie haalt hem? Ze grappen en lachen ‘sans gène’. Op dat moment komt er nog eentje bij. De buurvrouw met de koekjes! Zij komt iedere week haar vriendinnen verwennen en een babbeltje slaan. Hoog tijd om de koffie (die al is gezet) op tafel te brengen.

Delen: