Het is weer die tijd van het jaar. Pakjestijd. Vroeg jouw dochter om een pop en je zoon om een bouwpakket? En maak je je zorgen over die rolbevestigende keuze? Terecht. Maar, de stereotiepe beeldvorming zit zodanig ingebakken in onze samenleving dat je die er op je eentje niet uitgewassen krijgt. Dat je er bewust mee bezig bent, is wel een goed begin.

Die bewustwording komt traag op gang. En niet iedereen is er klaar voor. Hema’s aankondiging bijvoorbeeld over de afschaffing van de opdeling meisjes-, jongensafdeling, werd niet overal positief onthaald. Maar er zijn ook sluwe marketeers die er wel goud in zien. Kijk maar naar de campagnespot voor Sinterklaas van een grote speelgoedketen. Een jongen droomt van een pop maar durft die niet te vragen uit angst voor de reacties uit zijn omgeving. Hij krijgt de pop toch, is dolgelukkig en geen haan die ernaar kraait.

Kiezen kinderen vrij?

Zo ver zijn we helaas nog niet. Dat zegt ook Bieke Purnelle, directeur bij Rosa, kenniscentrum voor gender en feminisme en freelance journalist.

Hoe komt het toch dat die stereotiepe beeldvorming hardnekkig standhoudt?

“Omdat we die al eeuwenlang meesleuren in onze geschiedenis, in de normen en waarden die wij hebben”, legt Bieke uit. “Het zit echt overal en meestal op een subtiele manier.

Een treffende illustratie hiervan is de Pano-reportage Lieve jongens & stoere meisjes

 (VRT) over de impact van genderstereotypen. De programmamakers voerden een experiment uit dat altijd dezelfde uitkomst heeft. Aan een aantal volwassenen werd gevraagd om met een baby te spelen. Het enige wat ze moesten doen was speelgoed aanreiken. De ene keer werd de baby aangekleed als een jongen, de andere keer als een meisje. Terwijl in werkelijkheid het geslacht niet per se overeenkwam met het type kledij.

Wat je ziet is dat mensen een ander soort speelgoed aanbieden, afhankelijk van hun overtuiging of het een jongen of meisje was. Ze babbelen zelfs anders tegen het kind. Onderzoek wijst ook uit dat ouders babymeisjes sneller troosten en meer tegen hen praten. Jongens worden dan weer meer gestimuleerd om te exploreren en te experimenteren, meisjes meer aangemaand tot voorzichtigheid. Conclusie: wij behandelen kinderen anders vanaf het moment dat ze geboren worden. En dat is best wel interessant want dat betekent dat je onbewust signalen uitstuurt. Signalen waarin verwachtingen en normen zitten rond hun gender. Wij handelen dus helemaal niet zo neutraal. Als je dat weet dan kun je je de vraag stellen of het wel klopt dat kinderen vrij kiezen?”

Je leeft niet op een eiland

Kinderen kiezen dus niet helemaal vrij. Moet jij je als ouder vragen stellen bij je genderbewuste opvoeding wanneer je kind per se dat Elsakleed wenst? Het is een vraag die Bieke vaak krijgt. “Je moet hierin niet overdrijven en ook niet dwingend of krampachtig gaan handelen, want het gaat niet alleen over jou. Maar wel over wat je als samenleving doet en hoe je naar jongens en meisjes kijkt. En die manier van kijken is super subtiel. Iedereen heeft blinde vlekken, ook ik. Het maakt deel uit van ons collectieve geheugen. We moeten dat niet dramatiseren. Want wat ook meespeelt, is dat jij je kind niet alleen opvoedt. Je leeft niet op een eiland en je kind wordt beïnvloed op school, door grootouders, vriendjes ... Wat wordt er getoond in kinderboekjes en op tv? Dat laatste, de media hebben volgens mij een enorme impact op onze kijk op vrouwelijkheid en mannelijkheid. Ik ben ook van menig dat er in het onderwijs nog veel inzicht ontbreekt over gender en stereotypering.

Natuurlijk zijn er meisjes die wat meer uitgesproken meisjesachtig zijn en daar is niets mis mee. Waar het over gaat is dat je hen een diverser aanbod aanreikt. En vooral dat je bewuster met hen omgaat.”

Kleine speldenprikjes, grote gevolgen

Dat bewust omgaan met de keuze van je kind is erg belangrijk. Daarom spreekt Bieke ook liever van genderbewust in plaats van genderneutraal. Want het adjectief neutraal slaat op voorwerpen, niet op mensen.

De campagne waar ik in het begin van dit artikel naar verwees, doet ons buiten het gekende kader denken. Los van de commerciële belangen die erachter zitten, vormt deze video een mooi statement: een jongen die zonder schroom met een babypop speelt. Helaas is het in de werkelijkheid vaak anders. “Ik merk dat het voor jongens minder aanvaard is om meisjesachtige dingen te doen”, zegt Bieke. “Een jongen die zich als prinses verkleedt? Not done. Veel ouders reageren krampachtig. Uit angst dat hun zoon gepest wordt. En dat zegt veel over onze blik. Voor jongens is het beledigend om een meisje te zijn. En dat zit zo diep. Kijk, mijn oudste zoon voetbalt in een club waar ook meisjes voetballen. Dat meisjes kunnen voetballen is dus algemeen geweten en toch hoor ik regelmatig iemand roepen: ‘Je voetbalt als een meisje’. Waarmee je dus aangeeft dat meisjes niet kunnen voetballen. En dat is echt niet onschuldig. Het zijn allemaal kleine speldenprikjes, op zich niet onoverkomelijk. Maar wat er negatief aan is, is de eindeloze herhaling waardoor je dat op termijn gaat internaliseren.”

En wat als ze groot zijn?

Stereotypering zit diep en we hebben nog een hele weg af te leggen. Het beeld dat meisjes zorgend moeten zijn, braaf, hulpvaardig, niet te wild of te ondernemend ... blijft ingebakken. Idem voor jongens van wie nog steeds verwacht wordt dat ze stoer zijn, geen emoties tonen ...

Die stereotiepe beeldvorming leidt ertoe dat het klassieke rollenpatroon op volwassen leeftijd al jaren standhoudt. En dus vindt Bieke het pleidooi van Femma voor een kortere werkweek voor vrouwen én mannen een stap in de goede richting. “Om de boel draaiende te houden in een gezin, is het bijna noodzakelijk dat iemand snoeit in zijn werkuren. En dat is bijna altijd de vrouw, omdat zij de eerste maanden voor de primaire zorg heeft ingestaan. Maar dit is een momentopname, het leven verloopt niet lineair en daar houden we weinig rekening mee.

Vanaf het moment dat iemand een stapje heeft teruggezet, is het bijna definitief. Je ziet dat ook in de taakverdeling van het huishoudelijk werk. Vrouwen zijn in de loop van de afgelopen decennia iets minder gaan doen in het huishouden. Bij mannen is dat vrijwel hetzelfde gebleven. Dus daar zit nog steeds een grote kloof. Bovendien wordt iemand die deeltijds werkt zelden aanzien als promotiemateriaal. Wie minder uren werkt, krijgt niet de uitdagendste jobs of de posities waar de beslissingen worden genomen. Van wie vaker thuis is, wordt verwacht de zorg en het huishouden er zomaar bij te nemen. Maar als mannen en vrouwen minder gaan werken dan valt die norm weg en dan krijg je een andere verdeling.

Het enige jammere aan dit experiment is misschien dat het uitgevoerd is in een bedrijf waar alleen maar vrouwen werken. Wat zou het geven als je het onderzoekt in een organisatie met evenveel mannen als vrouwen of zelfs met overwegend mannen?”

Stof tot nadenken. Maar eerst is het tijd voor pakjes. Tips nodig om je kinders genderbewust speelgoed aan te bieden? Neem een kijkje op de campagnesite: Vrij spel, kinderen kiezen wel.

 

 

Delen: