“Je moet gewoon beter leren plannen.”, “Je moet keuzes maken.”, “Plan je jouw vrije tijd niet te vol?”, “Wij redden het vroeger ook zonder ouderschapsverlof  en tijdskrediet.”
Deze reacties kreeg je misschien al eens wanneer je vertelde dat de combinatie van werk en privé voor jou niet vlot verloopt. De verantwoordelijkheid, zo blijkt uit de reacties, wordt vooral bij jezelf gelegd. De maatschappelijke context blijft buiten beeld.

Nochtans heeft onze maatschappij de afgelopen 100 jaar een enorme transformatie doorgemaakt, die een serieuze impact heeft op hoe mensen werk en privé (kunnen) combineren.

Ongeveer 62% van de kinderen groeit op in een tweeverdienersgezin

Het tweeverdienersmodel als norm

De overgang van een kostwinnersmodel naar het tweeverdienersmodel is er bijvoorbeeld één van. Ten tijde van het kostwinnersmodel waren de taken duidelijk verdeeld. De man ging uit werken en de vrouw bleef thuis om de huishoudelijke en zorgtaken op zich te nemen. Elk was gespecialiseerd in zijn/haar domein. In België was het kostwinnersmodel op zijn hoogtepunt in de jaren ’50 en ’60.

De toegenomen scholingsgraad van vrouwen, een verhoogde vraag naar vrouwelijke arbeidsdeelname ter versterking van de economie en de tweede feministische golf maakten dat vrouwen steeds actiever werden op de arbeidsmarkt. Elke nieuwe generatie jonge vrouwen is actiever op de arbeidsmarkt dan de vorige. En dat is een goede zaak. Mannen en vrouwen verdienen beiden evenveel toegang tot de arbeidsmarkt. Het is belangrijk voor hun financiële zelfstandigheid, hun ontplooiingskansen. Maar ook voor de maatschappij. Zo sluiten we geen potentieel talent uit, louter op basis van geslacht.

Maar de transitie van het kostwinnersmodel naar het tweeverdienersmodel zet de traditionele  takenverdeling onder druk. Er is niet iemand meer die zich voltijds met het huishouden- en de zorgtaken bezighoudt en iemand die zich volledig op het werk kan concentreren. Dat maakt het voor gezinnen moelijker om het dagelijks leven te organiseren.

Kijken we puur naar de arbeidstijd, dan is daar ook een evolutie gebeurd. Vandaag de dag werken we op individueel niveau meestal minder uren betaald dan in de jaren ’50. Op gezinsniveau gaat dit niet op. Het tweeverdienersmodel maakt dat we op gezinsniveau net meer uren besteden aan betaalde arbeid dan ten tijde van het kostwinnersmodel. De norm ligt vandaag op 38u x 2 = 76 uur. Begrijpelijk dat mensen het dan lastig vinden om een goed evenwicht te vinden tussen werk en privé.

Voor eenoudergezinnen is de combinatie van werk en privé een extra moeilijke evenwichtsoefening.

Aantal eenoudergezinnen neemt toe

Niet enkel tweeverdieners ervaren een toegenomen tijdsdruk. Voor eenoudergezinnen is de combinatie van werk en privé een extra moeilijke evenwichtsoefening. Binnen eenoudergezinnen kunnen de taken logischerwijs al niet verdeeld worden over twee personen. Maar ze kunnen ook moeilijker gebruik maken van gezinsondersteunende voorzieningen zoals kinderopvang, buitenschoolse opvang en ouderschapsverloven.

Samen met de toenemende arbeidsmarktparticipatie van vrouwen, kende Vlaanderen de afgelopen decennia ook een stijgend aantal eenoudergezinnen. Van alle Vlaamse gezinnen met kinderen is één op de vijf een eenoudergezin (225.808 gezinnen).  

Er gelden hogere eisen

We combineren vandaag als individu meerdere levenssferen zoals betaald werk, huishouden en vrije tijd. Tegelijkertijd, worden in die levenssferen ook hogere eisen gesteld aan mensen. We leven in een prestatie- en consumptiemaatschappij waar status en aanzien vaak gelijk staat aan een druk leven met veel uiterlijke schijn. Je moet zoveel mogelijk aan jezelf werken en de schaarse tijd zo efficiënt mogelijk invullen. Dit draagt uiteraard bij tot de verhoging van de tijdsdruk. Wie niet kan of wil meedraaien in de ratrace, wordt al snel scheef bekeken.

De verantwoordelijkheid voor een goed evenwicht tussen werk en privé mag niet enkel bij individuen gelegd worden. Het vraagt ook dat we samen, als maatschappij, de voorwaarden scheppen. Nadenken over hoe we de maatschappij inrichten en welke waarden we hierbij voorop schuiven.

Delen: