Onbetaalde zorg krijgt onvoldoende erkenning en waardering

Kinderen aankleden en naar school brengen, je huis opruimen, een maaltijd op tafel toveren, een luisterend oor bieden aan een vriendin, mantelzorg verrichten voor een naaste, als vrijwilliger activiteiten organiseren in je buurt ,… Het lijken doodgewone dagdagelijkse activiteiten, maar niks is minder waar. Het is die onbetaalde zorg die het kloppend hart vormt van onze samenleving. Zonder valt de maatschappij stil. En toch krijgt onbetaalde zorg onvoldoende erkenning en waardering.

Onvoldoende erkenning, omdat er te weinig aandacht voor is. Wanneer we iemand vragen wat ze doen in het leven, dan gaat het gesprek vaak enkel om betaalde arbeid. Nochtans is bijna 60% van de totale arbeid die we in België verrichten onbetaalde zorg.¹ Dat maakt onbetaalde zorg tot de grootste sector van onze economie. Groter dan alle sectoren van betaald werk opgeteld. Maar economische modellen en ons sociaal beleid brengen dit amper in rekening alsof onbetaalde zorg niet schaars is en we er oneindig een beroep op kunnen doen. Dit is niet duurzaam.

Daarom eisen we een betere erkenning van onbetaalde zorg door ze meer zichtbaar te maken

Gina, moeder van vijf en grootmoeder van heel wat kleinkinderen is een belangrijke schakel in haar familie: “Ik sta constant in voor de zorg van mijn kleinkinderen. Wanneer ze niet naar de opvang kunnen, en dat is de laatste maanden meermaals geweest omwille van COVID-19, spring ik bij. Daarnaast sta ik klaar voor mijn hulpbehoevende schoonmoeder en vergezel ik geregeld mijn zus naar het ziekenhuis. Dat vraagt allemaal veel tijd en energie. Het wordt binnen onze maatschappij te veel als een evidentie gezien. Ik vraag me bovendien af wie die zorg gaat blijven opnemen. Zeker nu je ziet dat veel grootouders nog lang niet op pensioen kunnen.”

Onvoldoende waardering, omdat ze te weinig ondersteuning krijgt. In tegenstelling tot betaalde arbeid is er aan onbetaalde zorg geen inkomen, sociale status of macht verbonden. Integendeel, we zien onbetaalde zorg  als vanzelfsprekend. Die onderwaardering is weerspiegeld in de dominante opvatting: ‘wie betaald werkt, draagt bij aan de samenleving, wie niet betaald werkt, is inactief’. Maar ook in het niet erkennen van onbetaalde zorg, en in de lage uitkeringen voor zorgverloven, zoals het ouderschapsverlof. De onderwaardering van zorg zet zich door wanneer zorg een betaalde job wordt: de lage lonen en zware werkomstandigheden van schoonmaakpersoneel en kinderverzorgenden spreken voor zich. Dit is onrechtvaardig.

Valerie, alleenstaande mama van drie kinderen, voelt zich onvoldoende gesteund om haar job op een kwaliteitsvolle manier te combineren met de zorg voor haar kinderen: “Ik heb nog nooit gebruik kunnen maken van ouderschapsverlof of tijdskrediet. Ik kan het me financieel niet veroorloven, de uitkering die je krijgt is veel te laag. Daaruit blijkt dat zorgen voor mijn kinderen minder gewaardeerd wordt dan betaald werken.”

 

 

Lies is verpleegkundige. Ze is, samen met haar partner Fatima, mama van Anaïs. Fatima werkt als ingenieur en heeft een mooi loon. Ze verdient bijna het dubbele van Lies. (Gemiddeld verdient een verpleegkundige 2718 euro bruto, en een ingenieur 5137 euro bruto).  “Onze dochter heeft gezondheidsproblemen. Allebei voltijds werken is onmogelijk. Ik leef voor mijn job en er is bovendien een nijpend tekort aan personeel in de zorgsector. Fatima zou gerust minder willen werken. Toch staat onze situatie dit niet toe en werk ik deeltijds. Het is de enige manier om zo min mogelijk in te boeten op het gezinsinkomen”.

Daarom eisen we meer waardering van (on)betaalde zorg door ze beter te ondersteunen!

Onbetaalde zorg is slecht verdeeld.

Die onzichtbaarheid en onderwaardering van onbetaalde zorg is vooral slecht nieuws voor vrouwen. Want anno 2022 nemen zij nog steeds het overgrote deel van de onbetaalde zorg voor hun rekening. Vrouwen in België spenderen gemiddeld 9,5 uren per week meer aan huishoudelijke taken en kindzorg dan mannen. Ze dragen vaak ook de mentale last om huishouden en zorg te organiseren. Zij maken de boodschappenlijstjes, zij maken de afspraak met de tandarts voor de kinderen, en zij regelen de thuisverpleging voor een zieke ouder.

Deze erg ongelijke verdeling van zorg, in combinatie met de bovengenoemde onderwaardering, brengt vrouwen in een kwetsbare positie. Dit vreet aan hun welzijn en aan hun welvaart. Vrouwen hebben per week gemiddeld 6 uur minder vrije tijd dan mannen. Deze is bovendien minder kwaliteitsvol, want meer versnipperd. En omdat ze vaker niet, of deeltijds, werken om de zorg op zich te nemen, lopen ze een groter risico op armoede.

Pele, een alleenstaande moeder van vier kinderen, heeft het financieel lastig: ‘Ik was jarenlang voltijds mantelzorger. Nu die zorg niet meer hoeft, wil ik weer betaald gaan werken. Maar dat is heel moeilijk omdat ik zo lang afwezig was van de arbeidsmarkt. Ik zoek elke dag naar werk, maar zonder succes. Onverwachte facturen bezorgen mij veel kopzorgen.”

Achter de kloof tussen mannen en vrouwen, schuilt er ook een diepe ongelijkheid tussen vrouwen.  Alleenstaande moeders en nieuwkomers zijn bijvoorbeeld extra kwetsbaar omdat ze een kleiner sociaal netwerk hebben en vaak ook niet de middelen om zorg uit te besteden. Vrouwen die moeilijk toegang krijgen tot de arbeidsmarkt, omwille van geloof, migratieachtergrond en scholing, worden ook vaker richting ondergewaardeerde zorgberoepen of onbetaalde zorg geduwd. Zo zijn vrouwen met een migratieachtergrond en kortgeschoolde vrouwen oververtegenwoordigd in de dienstenchequesector. Zij nemen dus de zorg over van vrouwen in een financieel sterkere positie, terwijl ze zelf uitgeput achterblijven. Zelf hebben ze namelijk meestal niet de middelen om hun onbetaalde zorg kwaliteitsvol te combineren met hun job. Dit is niet solidair.

Daarom eisen we een gelijke verdeling van onbetaalde zorg!

Onze eis voor erkenning, waardering en een gelijke verdeling van onbetaalde zorg vertalen we in volgende concrete maatregelen:

  • Erken onbetaalde zorg door haar mee te nemen in de evaluatie van onze sociale vooruitgang als maatschappij.
    • Meten is weten! Maak onbetaalde zorg zichtbaar door relevante indicatoren te ontwikkelen en te monitoren die de omvang en de verdeling van onbetaalde zorg in kaart brengen. De BOA-quote, die gebaseerd is op tijdsbestedingsonderzoek, kan hiertoe inspiratie bieden. De BOA-quote is een indicator die de verhouding tussen het volume van betaalde en onbetaalde arbeid weergeeft.
    • Voer een actief beleid dat Elders Verworven Competenties (EVC’s) beter erkent en promoot. EVC’s staat voor ervaring en kennis die je in de praktijk opdeed, maar waar je geen diploma voor hebt. Want ook door onbetaalde zorg te verlenen, oefen je vaardigheden en doe je kennis op die nuttig zijn bij het uitoefenen van een betaalde job.
  • Bied voldoende ondersteuning zodat iedereen onbetaalde zorg op een kwaliteitsvolle manier kan combineren met andere tijdsbestedingen.
    • Voorzie voldoende, kwaliteitsvolle en laagdrempelige publieke diensten zoals kinderopvang, ouderenzorg en gehandicaptenzorg.
    • Bouw degelijk vergoede, flexibele en laagdrempelige zorgverloven uit.
    • Voorzie structureel meer tijd voor onbetaalde zorg door de norm voor voltijds werken te verlagen.
  • Voer een actief beleid dat inzet op niet-stereotiepe beeldvorming van vrouwen en mannen.

Voor een meer gedetailleerde uitwerking van deze eisen verwijzen we naar ons dossier Eigenmix https://www.eigenmix.be/publicatie/dossier

Cijfers:

  • Bijna 60% van de totale arbeid die we in België verrichten is onbetaalde zorg.
  • Vrouwen in België spenderen gemiddeld 9,5 uren per week meer aan huishoudelijke taken en kindzorg dan mannen.
  • Vrouwen hebben per week gemiddeld 6 uur minder vrije tijd dan mannen.
  • 80% van de éénoudergezinnen heeft een vrouw aan het hoofd
  • 43 % van de vrouwen in de dienstenchequesector heeft een migratieachtergrond

¹ BOA quote berekend op basis van laatste Belgische tijdsbestedingsonderzoek uit 2013: betaalde arbeid/huishoudelijk werk + kinderzorg + vrijwilligerswerk + mantelzorg

Delen: