Waarom 30?

In België kennen we een standaardwerkweek van 38 uur. In de realiteit blijken Belgische werknemers die voltijds aan de slag zijn, die standaard redelijk goed te benaderen. De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur bij voltijds werkende werknemers bedraagt in België 40,7 uur. Voltijds werkende mannen spenderen gemiddeld 41,5 uren aan betaalde arbeid. De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur bij voltijds werkende vrouwen bedraagt 39,2 uren (100). Wanneer we het deeltijds werk beschouwen, dan zien we dat de gemiddelde arbeidsduur van deeltijdse werknemers 23,7 uur per week bedraagt. Bij mannelijke deeltijdse weknemers is dit gemiddeld 24,5 uur, bij vrouwelijke deeltijdse werknemers gemiddeld 23,5 uur.

Het grootste verschil tussen mannen en vrouwen zit echter in het percentage dat deeltijds werkt. Ongeveer een kwart van alle werkende Belgen werkt in een deeltijdse job. Bij vrouwelijke werkenden is dit 43,6% tegenover 9,7% bij de mannelijke werkenden.

Ook binnen de deeltijds werkenden zien we verschillen naar geslacht: deeltijds werkende vrouwen hebben eerder een halftijdse job, hun mannelijke collega’s een 4/5 job.(101)

Indien we controleren voor deeltijdse arbeid kunnen we ruwweg stellen dat een gemiddelde vrouwelijke werkweek ongeveer 32 uren telt en een gemiddelde mannelijke werkweek 40 uren.

Een standaard van 30 uur als nieuwe norm voor het voltijds sluit volgens Femma beter aan bij de gemiddelde vrouwelijke werkweek dan de standaardnorm van 38 uur. Door de gemiddelde vrouwelijke werkweek bij benadering als norm voor te stellen, erkennen we en komen we tegemoet aan de noden van vrouwen.

Met loonbehoud of niet?

Het voorstel is om arbeidsduurvermindering door te voeren zonder loonbehoud. Hier willen we echter direct de kanttekening maken dat dit niet betekent dat de lage en modale inkomens moeten inboeten. Via systemen van herverdeling willen we ervoor zorgen dat de sociale ongelijkheid afneemt, dat mensen een waardig loon hebben om ‘goed’ te leven. Dit veronderstelt een debat binnen de samenleving over verscheidene punten:

  • Wat is een ‘waardig’ loon?
  • Wat verstaan we onder ‘goed’ leven?
  • Wat is een redelijke spanning tussen lonen binnen een bedrijf?
  • Wat moeten de overheid, werkgevers en vakbonden doen om loonniveaus te bekomen die verzoenbaar zijn met sociale gelijkheid en duurzaamheid?

Wij ijveren voor een gefaseerde en geleidelijke invoer van de 30-urige werkweek. Er zijn verschillende pistes om dit aan te pakken. Zo kan je bijvoorbeeld van bepaalde beroepen vragen dat ze elk jaar de productiviteitswinst (deels) omzetten in extra tijd in plaats van loonsverhoging. Of je kan jonge mensen nieuwe contracten aanbieden volgens de 30-urige werkweek (met bijpassing door de overheid via herverdeling), zodat je op den duur automatisch naar een standaard 30-urige werkweek gaat.

Wat met zorgverloven?

We stellen het voorstel van het flexibel mantelzorgverlof voor. We kiezen het als aanvullend op zorgverloven . Zorgverloven hebben vooral de genderongelijkheid in de hand gewerkt, omdat men nog steeds uitgaat van de mannelijke norm van 40 uur waar men op inboet.

Wat met mensen die minder werken of meer wensen te werken?

Mensen kunnen binnen het 30-urenstelsel zelf kiezen om minder of meer uren aan betaald werk te spenderen, net zoals dat nu het geval is bij de 38-urige werkweek. Het doel is wel dat de 30-urige werkweek de nieuwe norm wordt waarnaar we streven en waarop het beleid is afgestemd.

Hoe voorkomen dat de werkdruk zal stijgen?

  • Door job-sharing.
  • Productiviteit kan stijgen waardoor de werkdruk niet toeneemt.
  • Deels zullen jobs verdeeld worden over meer personen.

Incentives overheid: job delen tussen personen moet voordeliger zijn voor de werkgever dan één job met lange uren.

Waarom structureel invoeren en niet op vrijwillige basis?

We willen de norm, de cultuur veranderen. Wanneer je de individuele keuze laat, dan kom je eigenlijk in het bestaande systeem terecht, waar bepaalde groepen meer gebruik gaan maken van de regeling dan anderen, en hou je bepaalde ongelijkheden in stand.